Zicht op VAB: de visueel auditieve beperking

In dit promotie onderzoek bestudeert cognitief psycholoog Esther Veenman de relatie tussen doofblindheid en de uitkomsten informatieverwerking, communicatie, mobiliteit, energiebalans.

Onderzoeker
Positie

PhD candidate

Financiering

Novum / Koninklijke Visio

Periode

2020-2024

Zicht op VAB studie

Waarom doen we deze studie?

Mensen met een dubbel-zintuiglijke beperking ervaren in meer of mindere mate beperkingen in zicht én gehoor. De correlatie tussen een beperking in de visus of geluidsdetectie en het zelf-gerapporteerd dagelijks functioneren is laag. Echter, bij een forse beperking in meerdere visuele en/of auditieve functies kunnen door het gebrek aan compensatie ernstige beperkingen ontstaan, zoals vergaande problemen in de informatieverwerking, communicatie, energiebalans en/of mobiliteit.

Hoewel in eerder onderzoek 20-57% van volwassenen tussen 50 en 90  jaar met een visuele beperking een gehoorbeperking rapporteerde, is de aard van het gebrek aan samenwerking of compensatiemogelijkheden tussen de diverse visuele en auditieve functies nog grotendeels onbekend. Ook is er momenteel nog geen goed beeld van de beperking die wordt ervaren bij combinaties en gradaties van functieverliezen als visus, gezichtsveld, contrastzien, geluidsdiscriminatie, richtinghoren en spraakverstaan, alsook de invloed ervan op gebieden als informatieverwerking, communicatie, energiebalans en mobiliteit. Daarnaast vindt er in de visuele revalidatie geen standaard screening plaats wat betreft de combinatie van verliezen in deze functies.

Wat is het doel?

Dit project beoogt de samenwerking tussen de belangrijkste visuele en auditieve functies te verduidelijken en risicoprofielen vast te stellen op de bovengenoemde gebieden. Een tweede doel is verbetering van diagnostiek en aansluiting bij behandeling bij de dubbel-zintuiglijke beperking, d.m.v. het ontwikkelen van nieuwe intake, screening en diagnostische strategieën die beter aansluiten bij interventies binnen de visuele revalidatie.

Hoe voeren we deze studie uit?

1) literatuurstudie; 2) kwalitatief onderzoek met interviews onder cliënten (N=20), waarin de subjectieve ervaringen omtrent dubbel-zintuiglijke beperkingen op het functioneren worden onderzocht; 3) simulatiestudie waarin de gradaties van verlies in visuele- en auditieve functies worden getest (N=25); 4) kwantitatieve studie waarin een risicoprofiel wordt vastgesteld voor verminderde informatieverwerking, communicatie, energiebalans en mobiliteit van cliënten met een (dubbel-)zintuiglijke beperking (N=250) vergeleken met controles (N=50); 5) implementatiestudie waarin de kansen en belemmeringen van het nieuwe diagnostisch model en aansluiting op interventies worden onderzocht onder cliënten en professionals.

Promotores

Prof.dr. Ruth van Nispen, Dr. Ton Roelofs (Koninklijke Visio)