RecognEYEze: (h)erkennen van depressie en angst

Mentale gezondheid

Met een achtergrond in de orthopedagogiek, doet Edine van Munster vanuit de Robert Coppes Stichting en in samenwerking met Koninklijke Visio en Bartiméus promotie onderzoek naar het herkennen en erkennen van depressie en angst.

Onderzoeker

Edine van Munster

Positie

PhD candidate

Financiering

ZonMw Expertisefunctie Zintuiglijk Gehandicapten, VIVIS

Periode

2019-2023

RecognEYEze studie

Waarom doen we dit onderzoek?

Depressie- en angstklachten komen voor bij één op de drie volwassenen met een visuele beperking. Dit is twee keer zo vaak als bij goedziende volwassenen. Echter ontvangt meer dan de helft van de volwassenen met depressie- of angstklachten geen psychologische ondersteuning. Het niet (h)erkennen en bespreken van deze klachten lijkt de oorzaak te zijn.

Wat is het doel?

Het doel van de studie is om meer inzicht te krijgen in het (h)erkennen en bespreken van depressie en angst bij volwassenen met een visuele beperking om vervolgens aanbevelingen te kunnen doen voor de praktijk. Zowel vanuit clientperspectief als het perspectief van zorgprofessionals wordt gekeken naar factoren die van invloed zijn op dit proces. Bovendien worden risicofactoren voor depressie in volwassenen met een visuele beperking onderzocht en wordt er gekeken naar de mogelijkheid voor het implementeren van een bestaand screeninginstrument voor depressie- en angstklachten binnen de revalidatie instellingen.

Hoe voeren we het uit?

Er zijn semigestructureerde interviews met zestien cliënten afgenomen om meer inzicht te krijgen in hoe zij het (h)erkennen en bespreken van depressie- en/of angstklachten hebben ervaren, waarbij specifiek gekeken wordt naar de rol van de zorgprofessional. Op basis van vragenlijsten onder zorgprofessionals van Bartiméus, Koninklijke Visio en de Robert Coppes Stichting werd inzichtelijk gemaakt hoe zorgprofessionals naar depressie- en angstklachten kijken en wat maakt dat zij wel of niet de gevoelens van hun cliënten bespreken. In aansluiting daarop wordt nu in samenwerking met universiteiten in Wales en Australië de data uit drie studies onder zorgprofessionals geanalyseerd om een predictiemodel te ontwikkelen voor het bespreken van gevoelens door oogheelkundig personeel en revalidatiemedewerkers. Implementatie van een screeningsinstrument voor depressie- en angstklachten wordt onderzocht in drie fases: 1) bruikbaarheidsstudie, 2) haalbaarheidsstudie en 3) bevorderende en belemmerende factoren van implementatie, waarin zowel cliënten, zorgprofessionals en managers zijn betrokken. Tot slot wordt op basis van data verzameld in twee eerdere studies onder volwassenen met een visuele beperking (n=274, n=247) een predictiemodel voor depressieklachten ontwikkeld en wordt er een educatieprogramma ontwikkeld voor alle zorgprofessionals die werken met volwassenen met een visuele beperking.

Belangrijke resultaten & conclusies tot nu

Volwassenen met een visuele beperking rapporteren verschillende bevorderende en belemmerende factoren, waarvan meerderen te verbinden zijn aan hun visuele beperking. Naasten en zorgprofessionals kunnen ondersteunen bij het (h)erkennen en bespreekbaar maken van depressie- en angstklachten, waarbij cliënten benadrukken dat het prettig is als zorgprofessionals het gesprek over mentale gezondheid aangaan, maar dat zij zich afvragen of alle zorgprofessionals over voldoende kennis en vaardigheden beschikken.

Uit onderzoek onder zorgprofessionals van Bartiméus, Koninklijke Visio en de Robert Coppes Stichting blijkt dat zorgprofessionals symptomen van depressie en angst vaak toeschrijven aan zowel mentale klachten als de visuele beperking. Vrouwelijke zorgprofessionals die hoger opgeleid zijn, de intentie hebben om vermoedens van depressie of angst te bespreken, meer voorbeeldgedrag en support binnen de organisatie ervaren, en zich in meerdere situaties op hun gemak voelen om vermoedens van depressie of angst te bespreken, gaan vaker het gesprek aan over de gevoelens van de cliënt.

Uit de implementatiestudie voor het gebruik van een screeningsinstrument binnen de expertisecentra voor blinden en slechtzienden blijkt dat de PHQ-4 een geschikt instrument is. Zowel cliënten als zorgprofessionals zijn positief over de vragenlijst. Echter blijken er verschillende bevorderen en belemmerende factoren naar voren te komen waar rekening mee gehouden moet worden tijdens de implementatie. Voorbeelden hiervan zijn het zelfvertrouwen van de zorgprofessionals, de openheid van cliënten en de inbedding in de huidige werkwijze.

Concluderend kan een visuele beperking voor volwassenen barrières opwerpen als het gaat om het (h)erkennen en bespreekbaar maken van depressie- en angstklachten. Zorgprofessionals hebben volgens hen een belangrijke rol om het bespreekbaar te maken. Het gebruik van een vragenlijst kan zorgprofessionals ondersteunen om het gesprek over depressie- en angstklachten aan te gaan. In het educatieprogramma dat ontwikkeld wordt, zullen achtergrondkennis over depressie en angst en verschillende vaardigheden, zoals het gebruik van de vragenlijst, centraal staan.

Promotores

Prof.dr. Ruth van Nispen, Dr. Hilde van der Aa